afwegingen·beestenboel·buiten leven·buitenleven·buitenwonen·dieren·dierenarts·dierengedrag·dierenverzorging·dierenzorgen·erfdieren·schapen·zorgen

De laatste der Mohikanen

In december 2009 is mijn schoonvader gestorven. Zich niet bewust van het feit dat hij er niet meer zou zijn als het lammertijd zou worden, heeft hij de bok (die speciaal werd aangeschaft voor dit doel) bij zijn schapendames gelaten. Met veel enthousiasme heeft deze zich van zijn taak gekweten. 

Februari 2010. Carnaval. Tussen de festiviteiten door en niet altijd met een even helder hoofd, staan we in deze periode, in carnavalstenue, lammetjes ter wereld te helpen. ’s Morgens, ‘s middags, ’s avonds, natuurlijk het liefst ’s nachts, het maakt niet uit. De natuur gaat zijn gang. En omdat dat niet altijd zonder hulp gaat, houden we alles goed in de gaten. In deze periode heb ik zelf bevallingen gedaan van lammetjes. Een indrukwekkende ervaring. En zoals ieder jaar waren er ook dit jaar weer een paar Willy’s bij. Zo noemden we de flessenlammetjes. Het kwam wel eens voor dat een schaap meerdere lammetjes kreeg, teveel om zelf te kunnen voeden. Of dat het lammetje verstoten werd. Wat wel eens gebeurde bij schapen die zelf de eerste keer moesten lammeren. Dan werden de zwakste lammetjes mee naar binnen genomen en werden ze met de hand gezoogd en verwend. Op de een of andere manier kregen die steevast de naam Willy. En wat een pret hebben we met de Willy’s gehad. 

Van de twee Willy’s van 2010 redde eentje het niet. En werd de ander overdadig in de watten gelegd. Hij rende rond in huis met een luiertje om en liep Cesar, de hond van mijn schoonmoeder, overal achterna. Toen hij groot genoeg was om zelfstandig de wei in te kunnen en lekker te gaan grazen met de grote groep, was dat een mijlpaal. De laatste Willy had het nest verlaten. 

En toen kwam het moment om afscheid te nemen van de schapen, op vijf stuks na. Zoals ieder jaar werden de schapen verkocht. Willy had het geluk dat hij een bok was zodat hij apart verkocht werd om te zijner tijd de dames te gerieven. 5 Dames mochten blijven als aandenken aan mijn schoonvader. Zo had mijn schoonmoeder toch nog wat dieren om haar heen. En een reden om naar buiten te gaan. 

229dMaar zoals het nu eenmaal gaat in het leven, niets duurt eeuwig. Tegeltjeswijsheid maar wel waar. Eén voor één vielen de schapen weg. Het zij door pech, hetzij door ziekte of gewoon van ouderdom. Uiteindelijk bleven er een hele tijd nog twee schapen over. Vorig jaar mei stierf  het een na laatste schaap. En ofschoon de schapen door schoonmoeder zijn aangehouden, kon ze er al een tijdje niet meer voor zorgen. De dagelijkse gang viel haar zwaar, ook doordat ze niet meer goed kan lopen op de ongelijke ondergrond van de wei. Afgelopen maandagavond viel het doek voor het laatste overgebleven schaap.

Omdat ik al een hele tijd geleden de zorg heb overgenomen voor het schaap, heb ik haar Antje genoemd. Je krijgt een band met een dier waar je voor zorgt en voor mijn gevoel hoort daar een naam bij.

Maandagmorgen loop ik, zoals iedere morgen, eerst naar mijn schoonmoeder. Zoals steeds vaker gebeurd wanneer ik omloop, slaapt ze nog. Stilletjes open ik de deur om Luca uit te laten en Juppie binnen. Ik geef Jup alvast zijn eten en pak het brood en de schapenbrokken voor Antje. Samen met Luca loop ik naar voren, de wei in. Normaalgesproken staat Antje ons dan al op te wachten. Gretig valt ze aan op de brokken en het brood wanneer ik het haar voorzet. Maar maandagochtend niet. 

Terwijl Luca een plekje zoekt om zijn behoefte te doen, zoek ik Antje. Ze ligt wel op haar gebruikelijke plekje maar niet in haar gebruikelijke houding. Helemaal op haar zij liggend, kijkt ze me hulpeloos aan. Ze kan niet meer op eigen kracht omhoog komen. Verder lijkt een van haar ogen dicht te zitten en is haar rechtervoorpoot, de poot die toch al slecht was, helemaal naar buiten toe verdraaid. Dit gaat niet meer goed komen…

Ik bel manlief en samen met hem krijgen we haar opgetild. Ze gaat wel staan maar ze kan duidelijk alleen nog maar staan op drie poten of op haar zij liggen. Zelfstandig omhoog komen lukt niet meer of met grote moeite wanneer ze stress ervaart. En dan doet de poot haar duidelijk pijn. Ik bel de dierenarts en doe mijn verhaal. Maar we weten wel waar dit naar toe gaat.

’s Avonds komt de dierenarts en onderzoekt Antje nog even. Hij geeft aan dat hij nog wel iets kan geven om haar leven te rekken. Een maand respijt kan hij haar geven. Maar wie doen we daar een plezier mee? Een maand leven met pijn en dan alsnog moeten sterven? Nee. Antje mag niet lijden. 

De dierenarts zet na dit besluit een spuit in haar hals en een minuut later is het gebeurd. Aangeslagen staan we naast haar. Het laatste schaap van de troep van mijn schoonvader. Het is goed zo. Antje is zeker veertien jaar oud geworden en heeft een goed leven gehad. Laten we dat vooral in gedachten houden…

229e