De hele zomer is Snor erg mager gebleven. De wormkuur die we hem besteld hadden, heeft niet geholpen. We maken ons een beetje zorgen want meneertje moet wel wat vet gaan kweken voor de koude dagen.
Voordat we met vakantie gingen naar Griekenland, namen we daarom contact op met onze dierenarts. En zij adviseerde toch om nog eens een wormkuur te geven maar dan een van haar. Zo gezegd, zo gedaan.
Toen we terugkwamen van vakantie troffen we dan ook een welvarend Snorretje aan. Hij was duidelijk bijgekomen. Met dank aan de wormkuur. En met dank aan de oppasster. Haar goede zorgen hadden hem goed gedaan. En dat op een week tijd.
Maar dan komt nu de ‘maar’. Met een glimlach dan wel.
Doordat we zo bezig zijn geweest om Snor goed te laten eten, heeft hij ons ongemerkt goed gedresseerd. Liet hij zijn melk een paar keer staan, dan probeerden we de melk van manlief (geitenmelk). En toog ik speciaal voor deze twee mannen naar een andere winkel omdat alleen daar dat merk geitenmelk te krijgen was. En zaten we eens een keertje krap in de melk, dan liet manlief de zijne over voor Snor. Tot we op een bepaald ogenblik echt geen druppel meer in huis hadden. Uit nood geboren deed ik daarom wat koffiemelk in zijn kom, verdund met water. Niet in de verwachting dat deze melk zou voldoen maar toch. Het was alles wat ik op dat moment kon bieden. En tot onze stomme verbazing lebberde hij de melk naar binnen. Om me vervolgens aan te blijven kijken zodat ik hem tenslotte nog maar een kommetje mixte. En ook dat werd razendsnel naar binnen gewerkt. En weer keek hij me aan. Maar goed is goed en gek is gek. Dat begreep meneertje tenslotte ook waarna hij zich zelfvoldaan ging zitten wassen. Sinds die tijd laat Snor de geitenmelk voor wat die is en wil hij verdunde koffiemelk.
En pas toen ik mijn vriendin moest uitleggen hoe de poezen verzorgd moesten worden tijdens onze afwezigheid, drong pas goed tot me door hoe goed wij gedresseerd waren. Door Snor, door Saartje en Maudje, door onze hele beestenboel eigenlijk.
En heb ik onszelf keihard uit zitten lachen.
Ja, die beestjes van ons. Het is me het stelletje wel.