Column·dieren·Humor

Beestenboel

 

IMG_2351

Piep houdt de wacht.

Iedere keer als ik naar buiten kijk, zie ik hem zitten. Achter in de tuin op het gras, strategisch zo geplaatst dat hij alles in de gaten kan houden. Vooral mij. Want IK BEN VAN HEM! Geen kat, geen kip die het waagt om in mijn buurt te komen als Piep er ook is. Met uitgestoken hals en priemende oogjes, versnelt hij zijn pas richting kat of kip die er ook maar enigszins toe neigt om aandacht van mij te krijgen. Een niet oplettende kat of kip ontvangt dan ineens een fikse por waar Piep het beestje ook maar kan raken. De katten en kippen weten dit ondertussen wel en maken er ook wel eens een spelletje van. Ze dagen hem uit waar hij dan weer woest van wordt.

Ik moet hier altijd erg om lachen. Zoals ik eerst voor hem heb gezorgd toen hij werd achtergelaten pas net uit zijn ei, zo let hij nu op mij. Als ik ’s morgens de wei in loop om te voeren, negeert hij me of hij springt het water in om te showen. Na mijn goedemorgen praatje “hoi Piep, hoe is ’t met je, alles goed?”, loop ik de wei in.

Al tegen alles pratend, de groep ganzen, de kippen die al luidkeels beginnen te kakelen als ze me horen, maak ik mijn rondje. Voeren, schoon water, even kijken of alles nog gezond is. Vooral Grada, onze brutale bruine kip, krijgt even speciale aandacht. Zij weet niet hoe snel ze bij me moet komen als ik het water ververs. Want onder de emmers die ik optil, zitten vaak regenwormen. En dat weet zij heel goed. Van haar leer je waar het gezegde ‘ er als de kippen bij zijn’ vandaan komt.

Ondertussen hoort Piep mij praten. En tegen de tijd dat ik weer terug kom in de tuin, wil hij ook zijn aandachtsmomentje. Alhoewel knuffelen er niet meer bij hoort. Nee, sinds afgelopen najaar vind hij dat niks meer. Tot die tijd stond hij erop om tegen 16.00 uur, mijn koffietijd, op schoot te worden genomen en even te worden gekroeld. Dat kroelen hoeft niet meer maar het vieruurtje is gebleven. Even naar buiten met mijn kop koffie, weer of geen weer. Piep zit dan al op me te wachten en begint me meteen te onderzoeken met zijn snavel. Even pikken en trekken aan alles wat maar los hangt of zijn aandacht trekt. Etiketjes, de mouwen van mijn jas, mijn broekspijpen, mijn vingers…

En mocht ik even de tijd niet in de gaten hebben gehouden, dan komt hij richting huis gesjokt. Begint wat in de plantenbakken te wroeten en wat te mopperen. Niet hard maar wel zo dat ik het hoor. Mocht het dan nog wat te lang duren dan begint hij luidkeels te roepen. Of te gakken, net hoe je ’t wil noemen.

Maar goed, ondanks dat ik erg met hem moet lachen, maak ik me ook grote zorgen om hem. Hij past niet meer in de groep. Hij praat geen ‘gans’ en weet ook niet hoe hij zich moet gedragen ten opzichte van de andere ganzen. Paul en ik hebben van alles geprobeerd. Hem in de groep proberen te krijgen als kuikentje. Nadat hij een salto door de lucht maakte doordat een van de volwassen ganzen hem oppakte en weggooide, hebben we dat snel opgegeven. Ook toen hij later wat groter werd wilde de groep hem niet. Ze pikten op hem en hij bleef achter, liep alleen. Dat werkte dus ook niet.

Een vrouwtje uit de groep halen en deze dan bij Piep zetten zodat ze samen een paartje kunnen vormen en hij dan niet alleen is? Maar Piep liet Mop, het vrouwtje, staan waar ze stond en deed zijn eigen ding. We hebben het een tijdje zo gelaten om te kijken of Piep zou leren om met Mop om te gaan. Dat deed hij wel maar heel langzaam. Te langzaam naar Mop haar smaak die ondertussen andere dingen van hem wilde. Wat hebben we gelachen. Stel je voor: Mop loopt de hele tijd achter Piep aan omdat ze een nestje wil bouwen en hoe hard Piep ook wegloopt, Mop loopt er achteraan. En Piep loopt steeds harder weg omdat hij denkt dat Mop hem iets wil doen. Op een bepaalde moment waggelrennen ze zelfs! Hij snapte er niks van. Het leverde hilarische beelden op maar Mop en Piep schoten er niks mee op. Mop maakte uiteindelijk haar punt door terug te vliegen naar de groep.

Pffff, wat nu?

Kopzorgen heb ik ervan gehad. Echt wakker gelegen en maar zoeken naar oplossingen.

Op een bepaald moment stelde iemand me de vraag, is het dan zo erg dat hij alleen is?

Tja… Piep denkt dat wij zijn groep zijn. Als we zomers buiten zitten en veel mensen op bezoek hebben, is hij in zijn element. Hij hoort er gewoon bij. Springt in het zwembad als wij er in zitten, komt er uit om tussen ons door te sjokken als wij aan tafel eten. Hij is verzot op tenenpikken. De gasten ietsje minder. Als we een drankje doen op de loungeset moet hij erbij. Dus nee, ik denk niet dat hij alleen wil zijn. Alleen weet hij niet dat hij een gans is.

We besluiten om Mop toch maar weer terug te zetten bij Piep maar met nog een vrouwtje zodat Mop gezelschap heeft naast Piep. Ik noem haar Klaartje. En wonder o wonder, dit werkt!

Klaartje is een jonge gans van vorig jaar, dus een jaartje jonger dan Piep en Mop. En op de een of andere manier is er een klik tussen Piep en Klaar. Een klik in die zin dat Klaartje met Piep gaat zwemmen! Piep leert Klaartje om vrij te zijn in het water en waar ze het bad via de traptreden uit kan! We zijn opgetogen! Piep heeft een groep! Hij wordt wat socialer naar zijn groepje! Eindelijk!

En dan op een dag loop ik de wei in en zie Mop en Klaartje samen grazen. Als er wat gegak klinkt draai ik me om en wat zie ik nou?! Klaartje en Mop doen iets wat twee damesganzen normaalgesproken niet doen. Onze Klaartje blijkt een Sjarel te zijn! Mmm, effe nadenken…

Maakt het wat uit voor Piep denk ik dan? Nou, nee. Het gaat toch goed?

Dus vooralsnog is iedereen blij: Mop heeft Sjarel, Piep heeft een groepje waar hij toch zichzelf in kan zijn en wij zijn blij dat Piep niet meer alleen aangewezen is op ons voor gezelschap. Want zeg nou zelf, koffiedrinken in de stromende regen is ook niet alles.

3 gedachten over “Beestenboel

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.