aanloper·afwezigheid·beestenboel·buiten leven·buitenleven·buitenwonen·Column·dieren·dierengedrag·dierenzorgen·kater·katten·kattentijd·kattenzorgen

Waar is Snor toch?

De eerste nacht dat hij wegblijft maak ik me nog niet zo ongerust. Het is kattentijd en meneer zal het wel te druk hebben om te komen eten. Toch zit het me niet helemaal lekker. Het komt eigenlijk zelden voor dat hij niet komt eten.

De dag erna laat hij zich ook niet zien. En aan het eten dat is blijven staan is te zien dat hij de daaropvolgende nacht ook niet is geweest. Ook overdag zie ik hem niet. Dat gaat zo een kleine week door.

Het is niet zo zeer het feit dat ik hem niet zie als wel het feit dat hij helemaal niet komt eten. Zijn eten blijft staan, de melk ook. Al met al zorgt dat laatste ervoor dat ik me ongerust begin te maken. Zou zijn route hem zover weg van ons voeren dat hij niet meer weet waar hij weer naar toe moet? Of erger nog, zou zijn tijd bij ons erop zitten en trekt hij sowieso verder? Tenslotte is Snor niet van ons maar van zichzelf. Zou er iets anders gebeurd zijn? De verhalen over het gif dat iemand overal neerlegt maken me bang. Of maakt hij het zich gewoon gezellig met de dames in de buurt en komt hij over een tijdje weer regelmatig bij ons langs?

Snor is al een tijdje alleen maar op onze meisjes gericht en niet meer op ons. Hij kwam aan de deur roepen maar wanneer ik hem dan te eten gaf, keurde hij me geen blik waardig. Hij bleef maar zacht mauwen en naar de deur kijken. Alleen gaven onze dames geen sjoege. Ze vinden dat gesnuffel aan hun achterste niet zo prettig. Daar komt nog bij dat het weer niet mee zat. Het was eerst koud en daarna regenachtig. Reden voor onze luxepoezen om binnen te blijven. Lekker aan de kachel. Geen man die ze daar vandaan krijgt. En dus zal Snor gedacht hebben “ Okay, dan gaan we eens kijken wat er een deur verderop te doen is”.

Toen Snor echter weg bleef, bleek dat onze meisjes toch wel degelijk geïnteresseerd waren in monsieur. Ze waren behoorlijk onrustig. Vooral Saartje lag de hele tijd in de serre op de tafel voor het raam. De plek bij uitstek om alles in de gaten te houden. En als ze daar niet lag, lag ze in het mandje op de jacuzzi. Lekker droog maar wel een plekje waar Snor ook veel ligt. Met het beter worden van het weer ging ze ook weer naar voren, de wei in. En naar achteren, naar de wei achter het huis. Maar geen Snor te bekennen. Zelf heb ik ook alles afgezocht om heel eerlijk te zijn. En ook ik ging een aantal keren per dag naar voren om te kijken of meneertje niet op zijn oude stekkie in de schuur lag. Maar nee.

En dan gaat ‘s avonds ineens de bel. Mijn schoonzus vraagt of het kan dat ze Snor heeft gezien en dat hij mank loopt? Zou het kunnen? Manlief gaat meteen kijken maar ziet hem op dat moment niet meer. We besluiten een berichtje op de buurt-app te zetten. Naar aanleiding hiervan wordt er ook een oproep gedaan via de mail van de buurtvereniging. En met resultaat! Gelukkig! De dag na de oproepen word ik gebeld door twee medebewoners. Onafhankelijk van elkaar hebben ze Snor gesignaleerd. Er is zelfs een foto gemaakt. En volgens de berichten is hij prima in orde. Er valt een pak van mijn hart. Ik ben enorm blij en opgelucht. Opgelucht en blij dat hij niks mankeert. Dat hij niet ergens ligt en dat ik dan nooit meer te weten kom wat er van hem geworden is. Of hij nog bij ons terug komt dat moeten we dan maar afwachten.

En dan, twee dagen later, wanneer ik de lichten van de woonkamer uit wil doen om te gaan slapen, zie ik hem liggen. Hij kijkt me aan en rolt van links naar rechts over de grond. Hij ligt te sjansen alsof hij nooit is weggeweest. Ik haast me naar buiten, snel wat voer en melk meenemend. En dan laat meneer zich zo uitgebreid aaien alsof hij wil zeggen dat ik me niet zoveel zorgen moet maken. Dan laat hij zich het eten goed smaken en vertrekt hij weer. Daags erna komt hij ‘s middags weer eten en knuffelen. Ons aanlopertje toch…. Poeh poeh…