Het waren vreemde weken de laatste weken. En of zoiets doorwerkt op de beestjes, geen idee. Feit is dat de hormonen hoog opspelen en voor extra problemen hebben gezorgd.
Neem de ganzen bijvoorbeeld. Een van de ganzeriken is nogal bruut in de avances naar zijn vrouwtje toe. Op een bepaald moment is het zelfs zo erg dat zijn vrouwtje niet meer kan lopen. Desondanks wil hij er nog steeds bovenop ware het niet dat wij daar een stokje voor steken. Toen het vrouwtje alleen nog maar kon liggen, hebben we haar apart gezet in een ren. Zo kreeg ze tenminste de kans om even bij te komen. De ganzerik probeert het daarna nog bij een kip en wanneer ik een hels kabaal hoor en naar de wei ren, blijkt hij het op Broene gemunt te hebben. Hij heeft Broene vast in haar nekje en zwiert haar rond. De waterslang op de wellusteling helpt maar even maar geeft Broene de tijd om weg te komen. Ik moet wel lachen om de kip trouwens. In plaats van weg te rennen gaat ze plat zitten met haar vleugels breed, alsof ze hurkt voor gevaar
Het was hetzelfde verhaal als in het verleden met Gijs en Meisje. Rust was hier het toverwoord en dat blijkt nu ook weer te werken. Na anderhalve week quarantaine vind het vrouwtje het wel goed geweest en wil ze uit de ren. We proberen het een dagje en het blijkt goed te gaan. Er is weer rust tussen de ganzen.
De hormonen spelen ook op bij de loopeendjes. Onze Broene wil alleen nog maar in haar nestje liggen. Een mooi nestje, dat moet gezegd worden. Met haar kontje heeft ze een perfect rond, diep hooinestje gedraaid. Prachtig. Vind ze zelf ook want ze wil er niet meer vanaf komen. Een ei, plastic ei of geen ei erin. Het maakt niet uit. Broene wil broeden. Dagelijks verzorgen we eerst de beestenboel in de wei om ten langen leste Broene van het nest af te halen. De eerste dagen verweert ze zich. Ze pikt in mijn arm of hand. Niet dat je dat voelt want haar snavel veert mee en doet geen pijn. Maar de strekking is duidelijk. ‘Laat mij nou zitten op mijn nest!’ Dit ritueel duurt nu al drie weken en het ziet er niet naar uit dat het de komende tijd verdwijnt.
Intussen hebben meer wilde eenden onze tuin en wei gevonden. Geregeld bezoeken afwisselend een tweetal eendenparen, een aantal mannetjes, een aantal vrouwtjes, soms door elkaar, ons paradijs. Hun komst wordt aangekondigd door het alarm dat wordt afgegeven door onze eigen eendjes. En ofschoon ze dit bezoek in eerste instantie maar niks vinden afgaande op hun constante gekwaak, lijkt het alsof ze zich er nu bij neer hebben gelegd. Wanneer ik op een morgen de wei inloop, zie ik het vrouwtje van de wilde eenden zusterlijk naast de loopeendjes liggen. Weliswaar gescheiden door het hekwerk maar toch… Broene lijkt zelfs af en toe te sjansen met een van de wilde woerden maar verder dan zich uitgebreid wassen in zijn buurt en een beetje rond hangen, gaat het niet. Wanneer de woerd te dichtbij Broene komt, maakt ze zich luid kwakend uit de voeten.
Maar dat is nog niet alles. De buurvrouw levert een musje aan dat zich ergens tegenaan heeft gevlogen. Helaas kunnen we niets meer voor het diertje doen. De steenuilenkast is helemaal leeg. Er hangt een tak voor. Wellicht dat dat de oorzaak is van het verdwijnen van het broedend paartje? Otje, één van de kippen, kan ineens niet meer lopen. Ik ben bang voor de ziekte van Marek maar eigenlijk is ze hier te oud voor. Wanneer ik haar voor een tweede keer oppak om haar te onderzoeken, piept ze opeens een beetje. Dat betekent dat ze pijn heeft. We onderzoeken haar maar er lijkt niets gebroken te zijn. Na haar uitgebreid geobserveerd te hebben, denk ik toch dat er iets is met één van haar poten. Dus waar de quarantaine- ren eerste diende voor het ganzenvrouwtje, biedt deze nu soelaas aan Otje. Ook hiermee gaat het na een paar dagen rust en vertroeteling een stuk beter. Uiteindelijk laten we Otje weer bij de rest van de kippen en gisteravond zat ze uit zichzelf weer op stok in plaats van in het leghok te slapen.
Verder had ook Obertje afgelopen week een probleem maar dat is iets voor een volgend blog. Die beestjes toch…
Fijn weekend allemaal!