buitenleven·buitenwonen

In zoverre onze planning deel 2

Met het mooie weer een tijdje terug zijn we druk bezig geweest in de tuin. Met klussen, schoonmaken, onkruid wieden en nog zo van die dingen. Omdat manlief voor de garage stond te schuren, hij is bezig met een nieuw tafelblad voor onze tuintafel, kon hij een aantal dagen de pimpelmeesjes in de gaten houden die nu druk met zijn tweetjes af en aan vlogen. Telkens wanneer we de serredeur open deden hoorden we de jonge pimpelmeesjes een keel opzetten. Waar we met de slechtere dagen de meesjes vanuit de kamer bekeken, was dat nu vanaf het terras. Vader en moeder pimpelmees trokken zich er niets van aan. Te druk met af en aan vliegen. 

Op een bepaald moment merkt manlief ’s morgens vroeg op dat de jongen niet meer gevoerd worden. Geen van beide ouders Pimpelmees laat zich zien. De jongen blijven piepen. Dat doen ze de hele dag door. Maar geen ouders meer die af en aan vliegen. We besluiten het aan te zien tot de schemering. Wanneer er dan nog steeds geen oudermees gezien is halen we het hokje naar beneden. Manlief houdt alles met argusogen in de gaten.

Maar helaas. Het schemert en nog steeds zijn de meesjes niet gevoerd. Manlief haalt de ladder en neemt het hokje van de muur af. We schroeven het open en kijken dan tegen de onderkant van het nestje aan. We zien zwart mos. Voorzichtig trekken we eraan en langzaam komt het nestje eruit. En schrikken enorm. Waar we ervan uit gingen dat er drie of vier pimpelmeesjongen in het nestje zouden zitten, waren dat er 12! 12 wijd opengesperde bekjes zagen we! Zouden vader en moeder het gewoon voor gezien hebben gehouden? Uitgeput dat ze waren van het zoeken naar voer voor hun jongen? Ik kan het me zomaar voorstellen.

Snel zoeken we een mandje, vullen dat met wat hooi en zetten het nestje hiertussen. Manlief haalt de warmtelamp en ik zorg voor een kwastje, water en verleen zo alvast wat eerste hulp. De jongen zuigen gretig aan het kwastje met water wanneer ik het ze voorhoud. Terwijl ze lekker onder de warmtelamp zitten ga ik buiten op zoek naar rupsen. Het favoriete eten van de meesjes. Maar waar vind je die zo snel? En dat voor 12 meesjes? 

Achter in de tuin hebben we blokken hout staan die al jaren fungeren als insectenhotel. Daar valt, al rond speurend, mijn oog op. Het spijt me voor de insecten in ons hotel maar nood breekt wet. Ik breek een stuk buitenkant af van de houtblok. Het is behoorlijk poreus. Maar tijdens het wroeten in het hout vind ik een aantal larven van de meikever. Die voldoen wel denk ik. Al de kennis die ik heb opgedaan tijdens mijn werk voor het Natuurhulpcentrum komt nu goed van pas. Met deze eerste larven kunnen we in ieder geval de meesjes nu al iets geven. Omdat de larven erg groot zijn knip ik ze in stukjes en voer ze aan de meesjes met een pincet. Maar hoe klein de schatjes ook zijn, in die opengesperde bekjes gaat heel wat in. Zorgvuldig zorg ik dat ieder zijn deel krijgt. Voorzichtig voer ik ze een voor een waarbij het gevoerde meesje achter mijn hand moet blijven. Zo weet ik wie ik wel en niet heb gehad. Ik heb nu niet voldoende voer om kwistig te zijn ermee. In de tussentijd is manlief bezig met het halen van darrenraat. Dit is bijenraat met larven van mannelijke bijen. Dit raat haal je normaalgesproken in deze tijd weg bij de bijen vanwege de bestrijding van een bepaald soort mijt. Het komt nu meer dan goed van pas als mezenvoer. Maar het levert manlief wel wat bijensteken op ocharm. Zo laat in de avond de bijen nog lastig vallen wordt bestraft. 

Na nog een rondje voeren en water geven is het welletjes. Het kleine spul kruipt tegen elkaar aan onder de lamp en is rustig. We plaatsen er een vogelkooi omheen ter bescherming want, tja, onze poezen zijn ook binnen en spitsen al een tijdje de oren bij het horen van al dat gepiep. Ze kijken ons verontwaardigd aan wanneer we ze resoluut uit de kamer weren.

Een uurtje later volgt er nog een voerronde en dan is het tijd om te gaan slapen. We zetten de meesjes in de garage onder de lamp. Morgenvroeg krijgen ze weer te eten en te drinken en daarna brengen we ze naar het NHC. 

En zo verliep een dag en avond alweer iets anders dan voorgenomen…

Pimpelmeesjes voeren…