beestenboel

Ziekenboeg

Het loopt hier allemaal niet zo lekker met onze beestjes.

Het begon vorige maand met Maudje. Ze lag futloos op de rand van de bank of op haar tafeltje bij het raam. Het viel me op dat ze heel veel dronk en dat haar vachtje doffer werd. Tot we 20 december wakker werden en door het hele huis een spoor aantroffen van slijmerig schuimend speeksel. Met oppakken merkte ik op dat ze in heel korte tijd wel erg mager was geworden. We maakten een afspraak bij de dierenarts en konden diezelfde middag al terecht.

Maudje vind een bezoekje aan de dierenarts niet zo leuk. Maar waar onze andere katten in de flight or fight modus gingen en gaan, gaat Maudje in de freeze stand. Ze verstijft helemaal, kruipt naar de rand van de tafel maar laat vervolgens alles met zich doen. Een temperatuurmeter in haar achterste, een prikje in haar oor om bloed af te nemen. Ze ondergaat het en mag zich zo de kampioen zielig kijken noemen. De assistente merkt op dat ze nog nooit zo’n lief katje hebben gehad. Arm Maudje…

De bloeduitslag laat niet veel goeds zien. Maudje heeft een schildklierprobleem. Dat verklaart het vele drinken. Maar dit probleem heeft als gevolg gehad dat Maudjes lever is aangetast. Deze blijkt voor 80% niet meer te werken. We krijgen druppels voor de schildklier en voor de lever en pilletjes voor de maagmisselijkheid. Een beetje aangedaan gaan we naar huis.

Eenmaal thuis bekijken we de papieren van de bloeduitslag. En hebben we meer tijd om na te denken over het een en ander. Want wat betekent dit nu echt? Hoe erg is ze er aan toe? Kunnen we haar dood vinden hierdoor? En die leverwaardes? Is dit onomkeerbaar of kan het verbeteren met de medicatie? Manlief besluit de dierenarts te bellen voor meer uitleg. Dat kan pas morgen omdat we vrij laat terecht konden bij de dierenarts. Een slapeloze nacht met veel gepieker volgt.

Meteen om 9 uur belt manlief de dierenarts. Hij geeft onze vragen door en krijgt uitgebreid antwoord van de dierenarts die zelf aan de telefoon komt. Ik zie aan zijn gezicht dat het mee valt. Opgelucht ga ik zitten. Nadat hij het gesprek heeft afgerond praat hij me bij. De leverwaardes zijn slecht maar kunnen met het verbeteren van de werking van de schildklier ook verbeteren. Het is omkeerbaar gelukkig. Mocht Maudje toch achteruit gaan dan zal dit langzaam zijn en merkbaar. Maudje is nu veel te mager. Ze moet bijkomen. Dat is belangrijk. En we moeten 2x daags de druppels bij haar binnen zien te krijgen waarbij de druppels voor de schildklier het allerbelangrijkste zijn. Deze eerste week moeten déze ook alleen maar worden gegeven, daarna mogen de leverdruppels erbij komen. Het schijnen druppels te zijn die lekker worden gevonden door katten. Die voor de schildklier dan. Nou, dat moet ik toch eerst zien…

En ja hoor. Er volgen een aantal dagen van uitproberen en verwennen. Het gaat tegen Kerst aan dus er is wat meer lekkers in huis dan gewoonlijk. De druppels gaan daarom over paté. Wat Maudje lekker vindt. De eerste twee keer. Daarna roeren we ze door een scheutje koffiemelk. Ook dat lukt twee keer. En dan volgt het recept dat tot nu toe werkt. Even afkloppen. Normaal gesproken krijgen Greumelke en Maudje na het avondeten een klein dotje slagroom. Nu worden de druppels door Maudjes portie geroerd. En krijgt ze voortaan ook ’s morgens een dotje room. De druppels doen hun werk en Maudje gaat steeds beter eten. Ze wordt wat dikker en haar vacht glanst weer mooi. Op het moment dat we ook de druppels voor de lever toevoegen laat ze de room staan. Zucht. Oké, we houden het dan maar op alleen de druppels voor de schildklier. 

Toch ben ik er nog steeds niet helemaal gerust op. Ik houd haar met argusogen in de gaten. Zo merk ik dat ze een aantal dagen weinig drinkt en bijna niet plast. Maar ze gaat wel naar buiten en is fit en speels. Een tweetal dagen komt ze niet naar boven om bij ons op bed te slapen. Maar nu sleept ze weer met haar knuffels en kondigt ze haar komst aan met veel gemiauw.

Vooralsnog gaat het met deze patiënt de goede kant op. Fingers crossed.