Het is rustig op moestuingebied. Alleen de flespompoenen laat ik nog even liggen tot ik ze daadwerkelijk gebruik. Het zijn er redelijk wat en een deel wil ik gebruiken om soep van te maken, een ander deel wil ik inmaken. Alleen lukt me dat nu niet vanwege de tig dingen die even voorrang hebben.
De moestuinbakken heb ik deels leeg gemaakt en gevuld met biologische bloembollen van stichting Velt. Mengsels die goed zijn voor de bijen en mengsels met eetbare bloemen. Er ligt nog een bloembollenmengsel voor onder bomen maar daar moeten eerst de kastanjebolsters voor weg zijn. En daar is manlief nog even druk mee. Ik denk dat het bollenmengsel daar heel mooi tot zijn recht komt en daar goed kan verwilderen. Alles voor onze bijtjes.
De dahlia’s heb ik ontdaan van hun groen en hun bloemen. Zo kan alle energie nog even naar de bollen gaan voordat ik ze binnen haal. Er moet wat nachtvorst overheen gegaan zijn. Dat wordt dan een werkje voor volgende week.
Verder hebben we met de knutselgroep van onze 70+ers mooie herfstkranzen gemaakt. Op de krans en de dennenappels na kwam alles uit eigen tuin en wei. Kastanjes, walnoten, eikels en eikeldopjes en mos. Er ligt meer dan genoeg van alles, dan kunnen we het ook gebruiken zonder dat we voedsel stelen van de dieren. Ik moet wel lachen om ‘onze’ kraaien. Ze nemen de walnoten mee in hun bek het dak op. Om het van daar op de grond te laten vallen zodat de noot kapot springt. Om de zoveel tijd hoor je een noot over de pannen rammelen, of met een flinke tik op de grond terecht komen. De kraaien zijn er vervolgens als de kippen bij om de noot mee te nemen of alvast ter plekke even te snacken. Of ze tikken ze kapot boven bij de schoorsteen. Dat horen we goed in de woonkamer. Slimmeriken zijn het.



De egels zien we nog maar sporadisch met het kouder worden van de nachten. We zetten nog steeds voer en water neer maar de laatste dagen is het niet aangeroerd. Wel hebben we sinds een paar weken een nieuwe nachtelijke bezoeker. Of bezoekster denken we. Een mooie pikzwarte schoonheid met prachtige groene ogen. En als ze dan ook nog eens lief mauwt (bijna zonder geluid, ze opent alleen haar bekje) om nóg wat melk dan steekt haar rode tongetje zo mooi af tegen haar zwarte kopje. Ja, we hebben een nieuwe aanloopster. We denken althans dat het een ‘ze’ is vanwege haar gedrag en het gedrag van onze dames. Onze dames reageren bijna niet op haar. Ze nemen haar voor lief. Zelfs wanneer we haar binnen op het matje voeren met slecht weer. Dat zou bij een kater wel anders zijn. De kat toont ook geen neiging tot sproeien. Nog een aanwijzing dat het geen katertje is. Maar wat een knap kopje heeft ze. Haar lijfje is wel een beetje vreemd. Haar rug lijkt een beetje doorgezakt. Ze komt alleen in het donker. Met een grote boog om de ganzen heen. ‘s Morgens heel vroeg zit ze onder de terrastafel op ons te wachten. En ‘s avonds zodra het donker is, zit ze er ook. Niet elke dag. Dan een paar dagen achter elkaar en dan weer een dagje niet. En allebei houden we ons niet aan onze voornemens. We zouden aanlopers nog wel voeren maar niet meer eigen proberen te maken. Dat lukt ons duidelijk niet. We hebben de zwarte knapperd Mausie genoemd.
De ganzen vinden het gezelliger in onze tuin dan in de wei. Ze kunnen gaan en staan waar ze willen omdat de poort altijd open staat. Dat kan omdat we het zwembad nu niet gebruiken. (Of ja, ik niet. Manlief is zo dapper om zich iedere dag even in het koude water te dompelen en daarna koud af te douchen. Is goed voor zijn vaten zegt hij. Nou, hij liever dan ik.) Toch moeten we proberen om de ganzen ergens anders te laten staan/ rusten/ slapen als bij het kattenluikje. Onze poezendames worden zo een beetje beperkt in hun vrijheid. Daarbij poepen de ganzen alles onder en natuurlijk net daar waar we veel lopen. Van en naar de garage. Ietsje minder.
De bosuil laat zich weer vaker horen. Doordat het vroeger donker is is hij wat actiever in de wei achter het huis. En dat geluid… Je krijgt er enerzijds rillingen van en anderzijds is het machtig mooi dat we de uil zo goed kunnen horen…
