Vakantie is fijn maar naar huis gaan toch ook weer. Ik verheug me op het weerzien met onze beestenboel. Daar heb ik een heel speciale reden voor maar dat is iets voor een ander blog. De terugreis gaat voorspoedig. Zelfs het weer werkt mee. Het is droog. In mijn optimisme app ik rond “Zien jullie? We hebben de zon meegebracht!”. Nou, dat bleek niet voor lang helaas.
De poezen begroeten ons bij binnenkomst. Geen afwijzende houding deze keer. Dat is fijn. Heel erg fijn. Blijkbaar is deze oplossing ook hun goed bevallen. Dat wisten we eigenlijk al gezien de foto’s die we doorgestuurd hebben gekregen.
Onze timing qua planning is niet heel erg handig want over een anderhalf uur worden we alweer opgehaald om naar een theatervoorstelling te gaan. We halen wat te eten en eten achter in de tuin, samen met D en de beestenboel. Gezellig. Daarna frissen we ons op en vertrekken weer terwijl D nog wat in de tuin blijft zitten.
Na een leuke voorstelling (waar ik eigenlijk te moe voor bleek te zijn maar toch) en eenmaal weer thuis zitten manlief en ik nog wat na te praten. We horen geluiden voor uit de wei komen. Daar lopen de schapen en in eerste instantie denken we dan ook dat het geluid van hen afkomstig is. Maar het wordt harder en indringender. Daar is beslist iets anders aan de hand. Het blijft aanhouden. Er zit niets anders op dan de wandelschoenen aan te doen, een zaklamp te pakken en voor de zekerheid een doek en handschoenen.
Manlief gaat voorop, het donker in richting geluid. Terwijl we naderen begint er iets heel erg hard te krijsen. Het lijkt op het geluid van een marter in het nauw? Of een buizerd in het nauw? Manlief zet de vaart erin en ik probeer hem zo goed mogelijk te volgen. Wat lastig is want er zijn allemaal kuilen en dikke graspollen die een snelle gang bemoeilijken voor iemand met een pijnlijke heup. Ineens hoor ik ‘Snel, kom gauw!’, en zie ik hem iets vastpakken. Ik gooi het doek naar hem toe, dat iets wat hij vast heeft krijst enorm. Verderop hoor een gebalk dat door merg en been gaat. Och jee, och jee… Er hangt een reekalf vast in het draadhek en moeder ree staat ergens achter ons in de wei… Manlief gooit de doek over het kopje van het beestje en probeert hem los te maken. Wonderwel lukt dit in één keer! Hij loopt zo snel als hij kan met het kalfje naar de andere draad toe, naar de wei waar moeder ree staat te loeien. Hij zet het kalfje over de draad en daar het. Het rent het donker in. We zien het niet maar door het ontbreken van verder geloei of gebalk gaan we ervan uit dat het kalfje weer met zijn moeder is herenigd.
D zei nog: “Ik hoop wel dat er niet iets is met een ree of zo als jullie weg zijn!” Nou, we zijn weer thuis. De dieren weten het.
